dinsdag 25 september 2007

Talent. Door Miekel

Ik ben een paar weken geleden ‘Op zoek naar Evita’ gaan kijken. Had ik zin in. Ik heb de zoektocht naar Tarzan destijds niet gevolgd, omdat ik niet echt opgewonden raak van een bosjesman met een lappie voor zijn kruis. Bovendien kan je niet alles volgen. Voor dat je het weet hang je uren voor het kastje.
Maar voor Evita voelde ik wel iets. Misschien omdat het net iets eerder begon dan alle andere series en toestanden in het nieuwe seizoen. Misschien ook wel omdat de lange zwoele zomeravonden toch niet meer kwamen en wat moet je anders op zondagavond?! ‘Sport kijken’, zullen sommige misschien denken. Forget it! Zeker naar al die over het paard getilde zogenaamde ‘kale-kletskop’ voetbalkenners die tot op het bot een stompzinnige wedstrijd analyseren, terwijl het gewoon heel simpel is.... die bal moet in het doel van de tegenstander en degene die dat het meeste lukt is de winnaar. Is dat nou zo moeilijk?
Die voetballers zelf moeten ook niet lopen miepen. Die verdienen bakken met geld en daar zullen ze voor moeten werken. Nou ja, werken. Ze zullen moeten presteren voor de club waarvoor ze spelen. Maar even terug naar Evita.
Leuk programma. Veel talent. Maar hadden ze nou niet een betere presentator kunnen vinden in plaats van die babyface die net de luiers ontgroeid is en maar wat popie jopie uit zijn nek staat te lullen. Wat een looser. Frits Sissing heet hij. Nou zijn naam heeft hij al niet mee. Ik bedoel maar.... Sissing!! Als je Neelie Kroes dit heel snel tien keer achter elkaar laat zeggen met haar mega overbeet (Hadden ze toen nog geen beugels?) dan klinkt het helemaal koddig. Maar eigenlijk is die Frits geeneens koddig te noemen. Die vent weet niet waar hij over praat. Kapt respectloos Willem Nijholt steeds maar af omdat die iets te lang over zijn uitleg doet. Maar juist die uitleg door een vakman als Nijholt is prachtig om naar te luisteren. Daar steek je als thuiszittend publiek nog wat van op en bovendien motiveert hij die meiden natuurlijk enorm. Je merkt ook aan alles dat ze hem op handen dragen. En terecht! Sinds Oebele kan hij bij mij in ieder geval ook al niet meer stuk.
En dan staat daar zo’n Frits Sissing is een te glimmend pak, met een te gemaakte glimlach om zijn lippen een beetje te raaskallen. Hij heeft de uitstraling van een gepelde banaan. Werkelijk! Had de Avro Karel van de Graaf deze show niet kunnen geven als laatste job voor hem. Dat zou toch een mooi afscheidsgebaar geweest zijn na achtendertig jaar trouwe dienst. Zo’n Karel komt toch veel professioneler over dan baby Frits. En je hoeft geen verstand van de showbizz te hebben, want ze hebben nog een driekoppige vakjury en Willem. Bovendien heeft het publiek thuis de touwtjes in handen. Zij beslissen wie er in de sing-off komt en alleen Willem kan er eentje redden. Grappig eigenlijk om te merken dat deze formule (dat het publiek stemt) hem niet bevalt. Je merkt dat aan zijn reactie en hoe dat hij zich tot het publiek richt met tips waar ze op moeten letten. ‘Niet alleen maar stemmen op het mooie plaatje. Let op de ogen mensen!’ Die man is zo’n intens theaterbeest. Zo’n vat vol kennis. Hij geniet zichtbaar van de optredens met zijn slangenleren laarzen aan. ‘Ze waren al dood toen ik ze kocht! De driekoppige vakjury bestaat uit Pia Douwes, ooit zelf Evita gespeeld, Erwin van Lambaart, theaterproducent en de Belgische acteur Peter van de Velde. En die laatste is wel erg gecharmeerd van Brigitte. Ook mijn favoriet, dus ik snap hem. Maar het zal me niet verbazen als die twee al wat hebben en zoniet dan gaat dat nog gebeuren voordat de finale daar is. Je voelt die erotische spanning dwars door de beeldbuis naar buiten trillen. Ach, wat een emoties allemaal.
Maar wat is het mooi als je talent hebt en dat zo in kan zetten. Mooi als je er je brood mee kan verdienen en zoveel mensen er mee kan plezieren. Nog knapper is het als je nul komma nul talent hebt en dan toch met je kop op de buis verschijnt, er je geld mee verdient en er zoveel mensen meer kan ergeren. Vanaf heden laten we dat vallen onder het kopje ‘Sissingtalent’. Geen ster op de Walk of Fame, maar een vernoeming in Miekel’s column! Ook een prestatie!

woensdag 19 september 2007

Fases. Door Miekel

Het was een slopend weekend voor Miekel & Co. Wel leuk hoor, maar vermoeiend.
Het ene moment liep ik mijn schoenzolen stuk in de Amsterdamse Jordaan en werd ik aldaar zowaar bijna van mijn sokken gereden door een Tuk Tuk! Jawel, een Tuk Tuk. En nog diezelfde avond zaten we in het Dommelsche op een housewarming party. Het kan verkeren.
Nu heb ik reeds in 1989 in een echte Tuk Tuk door Bangkok gescheurd. Met ware doodsverachting namen wij, vier grote westerlingen, plaats in de op kleine Thaaitjes gebouwde Tuk Tuk. Ramsvol zat ie en de motor rookte flink door de krachtsinspanning die het moest leveren. Bangkok was toch al verstikkend heet, dus die extra dampen deden ons nagenoeg niks meer. Het droeg alleen maar meer bij aan het echt doorleven van het Thaise bestaan. Als rugzaktoerist is dat namelijk het ultieme. Je stort je tussen de locals en doorleeft het land. Je reist met openbaar vervoer, eet de lokale (heerlijke) hap en slaapt in kleine pensionnetjes. De racekak en de kakkerlakken krijg je er gratis bij. Het is afzien, toegegeven, maar zelfs op je meest ellendige moment weet je direct dat het later een van de mooiste reisverhalen oplevert, die je nog vaak kan vertellen. Wel steeds tegen nieuwe vrienden en bekenden anders wordt het alsnog afgezaagd. Maar goed, in 1989 reisden dus nog geen hordes toeristen naar het wonderschone Thailand. Het was nog onbedorven en puur. Maar niets blijft zoals het is. Ook dat werd dit weekend duidelijk.
Zaterdag en zondag gaven mij een mooi beeld van hoe de diverse mensen in je omgeving laveren door het leven. Sommige nog jong en vol verwachtingen. Andere met juist weer een illusie armer. Stappen die gezet worden zijn soms goed doordacht of worden genomen uit noodzaak. Niet iedereen heeft daar altijd een keuze in. Toch vind ik het wel mooi om te zien hoe mensen beslissingen nemen die, hoewel ze het niet altijd ten volle beseffen of waarvan ze de gevolgen niet helemaal van kunnen overzien, behoorlijk ingrijpend kunnen zijn. Het ouderlijk huis verlaten. Op kamers gaan. Voor het eerst gaan samenwonen. Je begint ergens aan met de beste bedoelingen en dat kan goed of verkeerd uitpakken. Soms moeten verwachtingen bijgesteld worden doordat het leven samen niet loopt zoals het zou moeten lopen. Relaties houden op te bestaan.
Wij hadden een afscheidsborrel op zondag. Het huis waar ‘een stel’ dertig jaar gewoond had is verkocht en de stap om te verhuizen naar een kleinere woning is gezet. Lekker dichtbij de kinderen en kleinkinderen. Een mix van buurtbewoners was aanwezig. Verschillende van hen wonen, net als de afvalligen, al dertig jaar in de buurt. Je ziet, als redelijke nieuwkomer, dat er een basis is gelegd in al die jaren waarin ze bijna gelijktijdig hun huizen gebouwd hebben, waar hun kinderen met elkaar gespeeld hebben, ouder werden en met eerste verkeringen aan kwamen zetten, die ook allemaal wel een keer moesten blijven slapen. De buurtkinderen trouwden en de eerste kleinkinderen kwamen. Volop medeleven als er eens iets niet loopt zoals gehoopt. En nu? Kleinzonen van twaalf jaar die een kop groter zijn dan oma, die daar overigens breed lachend van staat te genieten. Nieuwe stappen worden gezet. Buurten veranderen of je wilt of niet.
En het is altijd maar weer afwachten wie de nieuwe buren zijn. Saskia Noort heeft er zelfs een thriller over geschreven. Soms valt het mee, soms valt het tegen. Ze zeggen altijd: ‘Vrienden kun je kiezen, familie niet’, maar dat geldt eigenlijk ook voor buren. Je gaat ergens wonen en je weet totaal niet of het wel zal klikken. En natuurlijk, je bent niet met je buren getrouwd, maar het is toch wel erg leuk en fijn als je je een beetje geborgen voelt in je buurt. Dat het mensen van dezelfde bloedgroep zijn, zal ik maar zeggen. Dat als er stront aan de knikker is de hulptroepen paraat staan. Ben je op vakantie dat iemand je huis in de gaten houdt, en vooruit, ook meteen even je planten water geeft. Is er iets te vieren dat de drank dan rijkelijk vloeit en er lekkere hapjes in overvloed zijn. En als er verdriet is, dat er medeleven is, ook al zijn er soms zaken waarbij je niet altijd direct kunt helpen. Dat gevoel heb ik zondagmiddag gekregen en daar heb ik toch stiekempjes van staan te genieten. Natuurlijk onder het genot van een glas wijn, maar toch nuchter genoeg om de verschillende levensfases te registreren. Dat is een van de mooie dingen van ouder worden. Het herkennen van fases omdat je ze zelf al doorlopen hebt en tegelijkertijd nog vol verwachting uit kunnen kijken naar wat de volgende fase je zal brengen. Ik weet het, het klinkt on-miekels braaf, mag het voor een keer? Braak!!

donderdag 13 september 2007

Druif. Door Miekel

Oké, ik geef het toe. Ik ben een vrij ongeduldig typetje. Het is in de loop der jaren en dus met het stijgen van mijn leeftijd wel wat verbeterd, maar de aard van het beestje is toch ietwat heftig. Dus wat ik in mijn kop heb, heb ik niet in mijn kont, zoals dat zo plastisch heet.
Zo hebben wij een druif in de tuin. Werkelijk prachtig door de vorige eigenaren van ons huis aangeplant en zodanig, met het groeien van de struik en diverse takken, gedrapeerd dat het werkelijk een mooi vol bladerdak heeft opgeleverd. Zo’n bladerdak waar veel mensen een moord voor zouden doen om dat in hun tuin te hebben. In het buitenland ga je er zelfs speciaal voor naar op zoek. Een lommerrijke plek om heerlijk in de natuurlijke schaduw te genieten van een goed glas wijn en een lekker kaasje. Ik noem maar iets hè!
Ja, dat zouden wij hier ook moeten kunnen doen in onze eigen achtertuin. Maar nee hoor, in plaats daarvan sta ik om de haverklap die takken te snoeien. Ik sjouw om de haverklap een volle cliko richting straat. Zo vol van die druif dat de rest van het tuinafval er weer niet bij kan, waardoor ik noodgedwongen ‘the night before’ de ophaaldag, de buurt afschuim naar lege of halfvolle groenbakken. Maar goed dat hier het systeem van betalen per gewicht nog niet ingevoerd is, want dan gaat dat lenen van de bakken van de buren natuurlijk ook niet meer. En dan hebben we het nog niet over het vroegtijdig afknippen van alle druiventrossen, want ze laten rijpen om ze daarna op te smikkelen is er niet bij.
Ten eerste hou ik niet van pitjes in druiven. U begrijpt het al, ik koop dus bij de supermarkt pitloze druiven. Wel net zo makkelijk. Ten tweede, mochten ze al de kans krijgen tot rijpen dan vallen die rijpe krengen op mijn tuinmeubilair en tafel. Die staan natuurlijk pal onder mijn druivenbladerdak, want het zit immers toch zo gezellig. Ja, heel fijn met die paarse geplette druiven op de zittingen.
Ik zeg met name, als ze al de kans krijgen, want die krijgen ze bijna niet, omdat wij door die ‘prachtige’ druif hier werkelijk een invasie aan vogels hebben, waar Afred Hitchcock jaloers op geweest zou zijn toen hij ooit op zoek moest naar ‘figuranten’ voor zijn ‘Birds’.
En die vogels en zeker die rotduiven, schijten dus de hele boel onder. Buiten zitten onder een natuurlijk romantisch bladerdak? Vergeet het maar! Je bent eerst een half uur bezig om overal het schijt vanaf te soppen. Dan moeten de gevlochten stoelen weer drogen, want anders heb je een natte broek en tegen die tijd is de zon weer weg, want die heeft verrekte weinig geschenen deze zomer. Hoezo global warming? Duuh!
Ook houdt het bladerdak veel licht tegen zodat wij binnen vaak het gevoel hebben tegen een zonsverduistering aan te zitten kijken en daar wordt een mens ook niet vrolijk van.
In ieder geval, Miekel is het nu spuugzat. Het kreng gaat eraan. Niet helemaal, gebiedt de eerlijkheid te zeggen. Op de drie beginpunten laten we de stammen en een klein, ietsie pietse, echt heel pietepeuterig bladerdakje staan, alleen voor het gevoel dat het zo mooi had kunnen zijn en omdat Henk, de vorige bewoner, het met zo veel liefde heeft geplant en gecultiveerd tot wat het nu is. Een walhalla voor vogels. Sorry Henk!
Deze week gaat het gebeuren. De clicko van de buren hebben we te leen, dus daar moeten we misbruik van maken. ‘Eigenlijk’, zei mijn partnerlief, ‘moeten we dat pas eind september doen, dan is hij uitgebloeid’. Maar de natuur helpt een handje mee. Liep moedertje natuur in het voorjaar al een maand voorruit, dat stramien houdt ze vast voor het najaar, dus dat ding moet er vandaag nog aan geloven. Raus damit! Ik heb het er helemaal mee gehad. Het zal waarschijnlijk weken duren voordat we de zooi in de groenbakken weggewerkt hebben, maar de voldoening zal groot zijn.
Een van bamboe gevlochten dak is ook mooi om onder te zitten. Een paar rollen prikkeldraad met 220 volt stroom erover heen zodat die rotduiven, die altijd op een ander zitten en niet bij hun eigen duivenmelker, vet geroosterd worden. Zal dat smaken duivensoep?
Ik ga vandaag nog even een bakje pitloze druiven kopen om alvast in de stemming te komen.