dinsdag 18 december 2007

Tante Sjaan. Door Miekel

Het klinkt raar, maar ik weet dat meerdere mensen deze ervaring delen, namelijk dat begrafenissen of crematies van oudere tantes of ooms vaak een soort reünies zijn. Neven en nichten die je dikwijls jaren niet gezien hebt kom je weer tegen. De nog resterende ooms en tantes zie je bij dit soort gelegenheden ook weer.
De aangelegenheid is natuurlijk triest, maar het voelt altijd wel goed om je familieleden na lange tijd weer eens te zien. Het brengt het verleden terug. De goede jeugdherinneringen.
Zo hebben wij vorige week tante Sjaan moeten laten gaan. Ze was negenenzeventig maar toch, ze stond nog midden in het leven. Totdat maagkanker haar te pakken kreeg en binnen vijf maanden was het gebeurd. Onderweg in de auto kwamen natuurlijk de herinneringen en aangezien die herinneringen heel plezierig waren zat ik dan ook met een grote smile op mijn gezicht voor me uit te staren op zoek naar de juiste weg.
Goh, die tante Sjaan. Zo gek als een deur en ik bedoel dit niet oneerbiedig. De familie van mijn moederskant is nogal opgeruimd van aard en tante Sjaan spande wel de kroon. Oh oh oh, wat hebben wij met haar gelachen. Tranen over de wangen en een natte panty!
Tante Sjaan was een vrouw die altijd vrolijk was. Ze zal ongetwijfeld haar momenten gehad hebben, maar ik ben daar nooit getuige van geweest. Altijd vrolijk, altijd opgeruimd, optimistisch van aard en heel gastvrij.
Voor zo ver ik me kan herinneren hebben ze altijd in het zelfde huis gewoond, waar ze met haar man drie kinderen groot bracht. Twee zonen en een dochter. En hoewel het huis niet ruim genoemd kon worden was het altijd groot genoeg om alle vrienden en vriendinnen van hun kinderen te ontvangen. Het was het huis van de zoete inval. Alles kon en alles mocht. Als ze maar plezier hadden. Daar op bezoek komen of de logeerpartijen voelden altijd als een
warm bad.
Uren achter elkaar speelden wij het pik-spel. Een familiespel dat alleen, u begrijpt het al, binnen de familie bekend was. Zo was dat en zo is het denk ik nu nog.
Tante Sjaan kwam uit een gezin van dertien kinderen en was nummertje acht. Heel veel zussen en een paar broers. Toen iedereen in de kleine kinderen zat werden de verjaardagen niet bijgehouden. Later namen de zussen één maal per maand een snipperdag en gingen dan bij een zus op bezoek wiens beurt het was om ‘die gillende keukenmeiden’ te ontvangen. Want dat is wat ik me nog héééél helder herinner. Als kind keken wij ernaar uit als ‘ons moeder’ aan de beurt was om haar snipperende zussen te herbergen. Het gegier en gebrul als de zussen bij elkaar waren. Buikpijn van het lachen. Geen speld tussen te krijgen. Half afgemaakte zinnen maar genoeg om iedereen weer in lachen te doen uitbarsten. Toen mijn kinderen aan me vroegen wie tante Sjaan was, kon ik slechts zeggen dat het een hele gekke tante was die altijd grapjes maakte en altijd lachte. Het is moeilijk over te brengen omdat het mijn herinneringen zijn. En natuurlijk was ze ook meer dan alleen maar dat.
Tijdens de crematieplechtigheid kreeg ze het weer voor elkaar om me aan het lachen te krijgen. Na ‘Het dorp’ van Wim Sonneveld, werd de songfestivalversie van De Regenboog van Paul de Leeuw gedraaid. Het was stil in de ruimte. Een groot contrast met het uitbundige lied dat gedraaid werd. Bij mij begon het te kriebelen. Ik zag haar liggen en hoorde haar denken: ‘Wat een dooie boel hier’ en ‘Hatsiekadee, komt er nog wat van.’ Altijd als ze haar grap of uitspraak kracht bij wilde zetten maakte ze een bepaalde beweging met haar arm en gebalde vuist. Zo van.....daar gaat ie nog een keer.
Na Paul de Leeuw volgde Frans Bauer met een aanstekelijk nummer en begreep ik helemaal haar bedoeling. Vanuit haar kist hield ze de sfeer er alsnog in. Ik moest er even om grinniken, met tranen in mijn ogen van ontroering en ik zag dat een paar nichtjes en een zus van me precies hetzelfde voelden. Over leuke tantes en ooms heb ik nooit te klagen gehad, maar tante Sjaan spande de kroon. Het unieke mens is heen gegaan en haar man, kinderen en kleinkinderen zullen het zonder haar moeten doen. Wat blijft zijn de onschatbare herinneringen die levendig worden gehouden door alle mooie verhalen die over haar verteld zullen worden. Ze heeft lang genoeg geleefd om heel veel over haar te kunnen vertellen.
Deze eerste Kerst en Oud & Nieuw zullen vreemd zijn zonder haar. En zo zijn er meer mensen voor wie de Kerst en de jaarwisseling pijnlijk zullen zijn. Iedereen die haar partner, kind of ander geliefd persoon moet missen, om wat voor reden dan ook, wenst Miekel veel sterkte toe. Hou de herinnering levend dan zijn ze toch nog in je midden.

maandag 3 december 2007

Tulpenboom. Door Miekel

Een paar weken geleden stond er een kapvergunning vermeld op de gemeentepagina in deze krant en het verbaast me eigenlijk dat daar helemaal geen reacties op gekomen zijn. Zijn we zo murw geslagen door alles wat buiten ons om geregeld wordt of zijn onze hersenen door alle uitstoot van het verkeer dat door ‘ons dorp’ raast zodanig aangetast dat we niet meer alert reageren. Allée dan, dan zal ik het maar weer doen. Er stond: 13-1-2007 Kapvergunning voor 1 Tulpenboom met stamomtrek 160 cm staande op de hoek Corridor/Handwerkstraat.....beste mensen, dat is die prachtige boom die in februari 2003 enkele meters verplaatst moest worden vanwege de nieuwbouw van winkels op de Corridor-West. Hij is toen gezet op de plek waar ons loempiamannetje altijd stond met zijn gele karretje....zo hadden ze meteen een goede reden om hem voor goed ergens anders en uit het zicht te parkeren. Twee vliegen in een klap, zo leek het wel. Tja mensen, we zijn zoet gehouden met de toezegging en de uitvoering van het verplaatsen van de Liriodendron Tulipiferum, kortweg de Tulpenboom. En afgelopen week stond te lezen op de gemeentepagina dat de Tulpenboom op dit moment in zo’n slechte conditie is dat herstel niet meer mogelijk is. Daarom is in overleg met BTL bomendienst besloten om de huidige boom van vijftien meter hoog te rooien en te vervangen door eenzelfde boom. Die nieuwe boom heeft dan een stamomtrek van 30 tot 35 cm en is zes meter hoog. Als zoethoudertje komt er onder deze nieuwe miniboom een violenperk of zomergoed! ‘Gut gut, ze laten hem wel uit hun broek hangen’, zouden ze in Amsterdam zeggen. Alsof ze ik-weet-niet-wat ervoor terug zetten. Een rottig perkje met violen! De oude boom wordt gerooid vlak voor het moment dat de nieuwe boom geleverd wordt. Misschien denken ze wel dat we het dan niet merken. Zou kunnen, ze hebben ons tot nu toe ook aardig bij de neus genomen. Weet u nog hoeveel protesten er zijn geweest tegen de kap van drie bomen aan de kant van De Kerverij en over de Tulpenboom. En heeft het geholpen? We zijn toch gewoon voor de gek gehouden. Die bomen zijn opgeofferd voor de ijdeltuiterij van Valkenswaard en zijn wethouders. Nieuwe winkels bouwen, waardoor andere panden aan de Eindhovenseweg leeg staan. Het is toch slechts een verschuiving geweest. Heeft het werkelijk iets nieuws opgeleverd? Had maar een groter pand voor de V&D gebouwd, dan hadden we die nog behouden voor Valkenswaard, in plaats van die gewoon te laten lopen. Zoo stom!
Destijds (februari 2002) is er contact gezocht met Arcadis Bomendienst om te onderzoeken of het mogelijk was de Tulpenboom op de Corridor te verplaatsen. Na een jaar???? voorbereiding werd de boom in februari 2003 verplant. Ondanks grote inspanningen ???? is het aangroeien van de boom minder succesvol verlopen als verwacht. Daarom wordt de boom nu vervangen. Kijk en van die vorige twee zinnen zakt mij spontaan de broek op de enkels. Iedereen weet toch dat je een oude boom niet moet verplaatsen. Dat is gewoon boerenwijsheid. Nee, zeggen ze hier, we gaan stads doen. Weg met die boerenwijsheid, we huren dure adviesbureaus in en als die zeggen dat het kan, dan kan het! Dus niet! Nogmaals voor iedereen die het horen wil: een oude boom verplaatst men niet. We mogen nog van geluk spreken dat ‘ons’ sympathieke loempiamannetje zijn verplaatsing heeft overleefd. We weten natuurlijk niet of hij nu ook in een slechte conditie verkeerd. Hij staat duidelijk op een minder goede plek, dus wie weet hoe hij thuis de eindjes aan elkaar moet knopen met twee opgroeiende pubers. Wat me dan wel weer deugd doet is om te zien dat het pandje dat ze in gedachten hadden voor het loempiamannetje nog steeds leeg staat. Het onooglijke duur kippenhok aan de achterkant van Trekpleister waar geen hond in trapt om dat te gaan huren.
Het pimpen van het kernwinkelgebied heeft natuurlijk de afgelopen jaren zoveel gemeenschapsgeld gekost dat er ook niks meer over is dan een ‘bed van violen’ onder de nieuwe Tulpenboom. Moge de hoge heren van het dorp daar dan maar lekker op slapen. Ze kunnen van mij de (tulpen)boom in!

Abramsa. Door Miekel

Het valt niet mee om vijftig te worden. Letterlijk en figuurlijk. Er zijn er genoeg die er, achteraf gezien, wat voor gegeven zouden hebben als ze de vijftig hadden mogen halen en degene die het halen die vliegen linea recta de peno of meno pauze in. En in welke categorie val je eigenlijk? Het is duidelijk dat je geen twintiger meer bent ook al voel je je wellicht nog wel zo. Een oudere jongere ben je ook niet meer, maar het is tegelijk nog niet zover dat je al een krasse knar genoemd kan worden. Als Van Kooten en De Bie nog even langer door hadden gegaan hadden ze vast wel een naam verzonnen die de lading dekt voor een vijftiger. Maar ja, deze inmiddels zelf al krasse knarren, zijn helaas al weer vele jaren niet meer te zien op de VPRO buis. Een gemis, want hoe noemen we een vijftiger nu? Het zou een naam moeten zijn voor zowel een man als een vrouw. Hiermee doorbreken we de wet van Van Kooten en De Bie, maar dan hadden ze er zelf maar mee op de proppen moeten komen.
Als we puur naar het postuur van vele vijftigers kijken, zou het woord ‘middelharnas’ niet zo gek zijn, maar het doet te veel aan een plaatsnaam denken.
Een Rijpeling dan? Immers, als je op vijftigjarige leeftijd nog niet uitgerijpt bent dan komt het nooit meer goed. Maar het neigt ook naar overrijp met bijbehorende nare associaties, dat is weer kwetsend en dus niet de bedoeling.
Eens even kijken.....als we nou eens heel burgerlijk en fantasieloos twee namen samenvoegen. U weet wel, heel veel mensen geven hun boot of tweede huis als naam een samenvoegsel van ‘hun’ beider voornamen. De creativiteit is ver te zoeken dan, maar je moet wat om je huwelijk goed te houden. Je krijgt dan namen in de trant van bijvoorbeeld Jaja, want hij heet Jan en zij heet Jans. Of nog erger, de boot heet Marpie van Marianne en Piet! Een heel gezin erop als samenvoegsel...kan ook, dan krijg je ‘Stederehe’ van Steven, Denise, Remy en Helene.
Even terug naar waar we waren, we zochten een nieuwe naam voor een vijftiger omdat we die nog missen. Een man ziet Abraham als hij vijftig wordt en een vrouw ziet Sara, dus wat krijgen we dan...Abramsa. Dus dan hebben we achtereenvolgens een ‘Oudere Jongere’, een ‘Abramsa’ en als je nog langer leeft dan wordt je vanzelf een ‘Krasse Knar’.
In Huize Miekel hadden wij deze week dus een heuse Abramsa! Gelukkig geen pop in de tuin en ook geen spandoek met de tekst: ‘Bakker, vandaag geen gebak leveren, we hebben al een ouwe taart’! Dat soort goedbedoelde ellende blijft ons gelukkig bespaart. Het heeft soms ook voordelen als familie en vrienden verder weg wonen.
De Abramsa in huize Miekel wordt er in ieder geval niet vrolijk van en ik moet zeggen, ik help er ook niet aan mee doordat het zo lekker is om nog even de vinger op de zere plek te leggen. Dus deze ochtend had onze jarige Abramsa moeite met uit bed komen en quasi zorgzaam zei ik: ‘Tja, het valt niet mee als je een daggie ouder wordt’! Oeps, deed zeer!
Met de deurklink in de hand op weg naar het werk, klonk het wel’gemeen’d vrolijk: ‘Geniet van de eerste dag van de tweede helft van je leven.’ Ai!
Okay, voor een single Abramsa is een plaatsje op de datingsite voor mooie mensen misschien niet meer aan de orde, maar het Abramsa zijn geeft een vreemd soort rust die het ouder worden mooi maakt. Ja, het is vreemd om vijftig te worden, vooral als je je jonger voelt. Het is ook onwerkelijk dat je al zo oud bent, want de tijd is voorbij gevlogen en bij zoveel gebeurtenissen lijkt het alsof ze gisteren gebeurd zijn. Maar de werkelijkheid is anders en dan geldt nog meer Carpe Diem, want voordat je het weet, verlaat je het tijdperk Abramsa en wordt je een Krasse Knar en dan begin je echt aan je laatste levensfase. Lijkt me een rare gewaarwording, maar ik zou het heel graag mee maken, ook al is het lijfelijke verval moeilijk te pruimen. Ach, het leven is echt de moeite waard, ook als nieuwbakken Abramsa! We nemen er nog één!